Thomas de Bergeyck
12 August 2025
Gisteren dacht ik nog aan ons huis met Stéphanie, met onze jongens Charles van 5 en François van twee jaar jonger. Wat een geluk dat we elke dag kunnen glimlachen en genieten van het verstrijken van de tijd. Het gewicht van het monarchale lot? Het is nog ver weg als ik bij het verlaten van het zwembad een warme handdoek om de schouders van mijn kleintjes wikkel. Ik keek naar dit blauwe gestreepte zwempakje, dat aan een lijntje bij het terras was gespannen. Charles was naar me toe gerend, drijfnat, zijn wangen rood van de zon en van het lachen, en zei:“Papa, ik ben een dolfijn“. Als hij eens wist hoezeer hij gelijk had.
Foto Nieuws
In november word ik 44: dan blaas ik mijn kaarsjes uit als groothertog, als staatshoofd van een land waarvoor ik alles wil geven. Het heeft altijd in mijn aderen gezeten. Als huidige luitenant-vertegenwoordiger van Luxemburg heb ik alle trucjes en subtiliteiten onder de knie. Protocol? Een manier van leven, een reflex inmiddels. Ik ben er al aan gewend sinds ik een kind was. De staf van mijn grootvader prins Jean heeft me altijd onbewust laten inzien dat ik een beetje anders was. Het was mijn lot om zo goed mogelijk bewaard te blijven, in de normaliteit die mijn ouders altijd voor me wilden. Dus als ik mijn ‘kleine dauphin’ nu zie, zeg ik tegen mezelf dat het aan mij is om aan zijn toekomst te bouwen, alsof er niets gebeurd is.
Ik ben in Bormes-les-Mimosas. Het is elke zomer zo en ik houd me eraan vast als een boei aan een boot. Het is grappig hoe mensen om me heen zich soms gedragen. Geen gedoe, geen gedoe. Gisterochtend ging ik op mijn hardloopschoenen naar de bakker om het brood te halen, mandje in de hand, voor iedereen. Ik wisselde een paar woorden met de plaatselijke tuinder die Cavaillon-meloenen verkoopt. Hij vertelt me over de mistral, de droogte en zijn dochter die binnenkort gaat trouwen. Hij weet niet – of doet alsof hij het niet weet – dat ik staatshoofd ga worden. En dat geeft me een goed gevoel.
© Photo News
Laatst dronk ik een glas gin en tonic met mijn vader op het terras, met uitzicht op de ondergaande zon. Voor hem loopt het avontuur van het regeren langzaam ten einde. Hij sprak me aan zonder plechtigheid, met vriendelijkheid. ” Het is geen baan. Het is een manier van zijn “. Ik knikte. Ik heb mijn hele leven naar hem gekeken, bij grote en kleine gelegenheden. En wat ik me herinner zijn de stiltes, de blikken, de ingehouden glimlachen. Die stille waardigheid. Het gewicht dat hij altijd droeg met discrete elegantie.
Maar hoe zit het met mij? Zal ik in staat zijn om hetzelfde te doen? Dat vraag ik mezelf elke dag af. s Avonds, als de zon ondergaat boven de baai van Cabasson, herinner ik mezelf eraan dat mijn leven verweven zal blijven met dat van mijn medeburgers. Maar ik zal hier blijven komen, om publieke onvoorziene gebeurtenissen te vergeten. Mijn espadrilles zullen hier altijd zijn. De kiezels op het kleine pad naast de Saraceense toren zullen nog steeds knisperen als we passeren. We zullen zout aan onze handen hebben, zand tussen onze vingers en de warmte van de azuurblauwe zon op ons voorhoofd. Er zal niets veranderen.
Ik, Guillaume, ben het volgende staatshoofd van het Groothertogdom Luxemburg. En ik ben er klaar voor.
Foto omslag: © Sophie Margue/Cour Grand-Ducale via Bestimage
Advertentie
Advertentie