Martin Boonen
11 September 2025
Eventail.be – Kunt u ons iets vertellen over uw achtergrond en de geschiedenis van het domein?
Jean-François Baele – Ja, natuurlijk. Ik ben de zoon van een landbouwer, hier in de provincie Namen, in Bovesse om precies te zijn. Ik heb ervoor gekozen om het familiebedrijf, dat gericht was op melkkoeien (Blanc-Bleu) en traditionele gewassen, te diversifiëren. In 2005 namen we de nogal gekke gok om wijn te gaan verbouwen. Het idee was om wijnstokken te herintroduceren met zowel interspecifieke variëteiten(zogenaamde ‘resistente’ variëteiten, beter aangepast aan het Belgische klimaat, noot van de redactie) als meer traditionele variëteiten. Het doel was om de waarde van ons terroir te verhogen en een gezondere economische activiteit te creëren dan wat de zuivelsector op dat moment te bieden had. Ik moest een manier vinden om de toekomst op lange termijn te verzekeren van de boerderij die ik wilde overnemen.
– Was het in 2005 niet de gewoonste zaak van de wereld om je landbouwactiviteit te diversifiëren door wijn te maken?
– Het was duidelijk niet de eenvoudigste, noch de meest voor de hand liggende. In Émines vestigde wijnhandelaar en veredelaar Philippe Grafé (van het beroemde handelshuis Grafé Lecoq) zijn eigen domein, Domaine du Chenoy, vlak naast ons. In 2003 kocht hij de naburige boerderij en plantte hij alleen interspecifieke druivenrassen. Zoals elke buurboer keek ik hier met nieuwsgierigheid naar. Op dat moment was het net zo verrassend als wanneer ik je vandaag zou vertellen dat ik tien hectare bananen zou gaan planten(lacht)! Philippe nam me onder zijn hoede. In die tijd begonnen hij en José Happart, toenmalig minister van Landbouw, na te denken over het creëren van wijnbenamingen en AOC’s in Wallonië. Ik heb mijn laatste jaar bij Philippe gewerkt, en toen heb ik echt de basis van het vak geleerd. Philippe en Domaine du Chenoy zijn doorgegaan op de weg van interspecifieke druivenrassen, maar mijn ervaring heeft me geleerd dat je je ook moet richten op meer traditionele rassen.
Sebastien Roberty
– Waarom is dit?
– De ervaring heeft me geleerd dat interspecifieke druivenrassen weliswaar interessant zijn vanuit agronomisch oogpunt, maar dat ze nog steeds op een vorm van commerciële weerstand stuiten. Veel consumenten zijn nog onbekend met de smaak. Maar wijn moet ook verleidelijk zijn. Daarom heb ik gekozen voor klassieke druivensoorten, zoals Chardonnay, om aan de verwachtingen van de markt te voldoen. Het is een keuze die wordt bevestigd door internationale wedstrijden: mijn wijnen van traditionele druivensoorten winnen regelmatig prijzen. Dit staat experimenten niet in de weg, maar ze moeten wel verenigbaar blijven met de economische realiteit.
– Hoe heb je je landgoed in de loop der jaren opgebouwd?
– Na het planten van de eerste hectare in 2005, heb ik er nog twee bijgedaan in 2006, toen nog eens twee in 2007. Maar toen nam ik een pauze van zeven jaar. Je moet je realiseren dat wijnstokken niet meteen produceren: het kost tijd vanaf de investering tot de eerste winstgevende oogsten. Tijdens deze periode werkte ik buiten de wijngaard om mezelf te onderhouden en te leren. Dit tempo stelde me in staat om het landgoed op een solide basis op te bouwen, zonder overhaast te werk te gaan. Ik startte ook een champagnefabriek, waardoor ik kon blijven investeren in het domein.
– Je bent nu erkend als specialist in champagnisering in België. Hoe heeft deze expertise zich ontwikkeld?
– In 2010 wilde ik mijn eigen bubbels produceren voor het topsegment van de horeca. Maar om te slagen, had ik een complete productiefaciliteit nodig die op de traditionele manier wijn kon maken. Maar de benodigde investering was aanzienlijk. Dus nodigde ik andere landgoederen uit om champagnes te komen maken op mijn landgoed. Sommigen, zoals Mellemont, moesten hun wijnen naar Luxemburg sturen, wat problemen opleverde met etikettering en traceerbaarheid. Voor Belgische wijn was dit verwarrend voor de klanten. Dankzij deze dienstverlenende activiteit konden we performant materiaal aankopen en tegelijk een regelmatige cashflow genereren.
Sebastien Roberty
– Je blijft zowel interspecifieke als traditionele druivenrassen verbouwen. Welke lessen heb je de afgelopen twintig jaar geleerd?
– Het is een kwestie van nuance. Ja, interspecifieke soorten zijn beter bestand, vooral tegen gebladerte. Solaris heeft bijvoorbeeld weinig behandeling nodig. Maar hij komt vroeg op, bouwt snel suiker op, trekt insecten aan en kan botrytis ontwikkelen. Aan de andere kant zijn traditionele druivenrassen veeleisender in de wijngaard, maar veel gemakkelijker te verkopen. Ik zie dit ook in mijn advieswerk: geen enkele wijnboer vraagt me na het proeven om een interspecifieke aan te planten. Het teeltgemak weegt niet op tegen de commerciële moeilijkheid. Persoonlijk blijf ik Chardonnay planten. Ik heb zelfs voltis bestudeerd(een versie van chardonnay die als resistent wordt gepresenteerd, noot van de redactie), maar de smaakfeedback is niet overtuigend.
– Sommige specialisten, zoals Éric Boschman, geloven dat interspecifieke druiven de identiteit van Belgische wijnen zouden kunnen dragen. Deelt u deze mening?
– Het is een interessant theoretisch pad, maar ik denk dat het marginaal zal blijven. De drijvende krachten achter de Belgische wijngaarden, of het nu gaat om Chant d’Éole of Ruffuszijn voornamelijk beplant met traditionele druivenrassen. Interspecifieke variëteiten hebben hun plaats, maar de Belgische identiteit, als die er komt, zal waarschijnlijk bestaan uit de intelligente toe-eigening van klassieke variëteiten.
– Als je terugkijkt op twintig jaar, welke grote veranderingen heb je dan opgemerkt in het Belgische wijnlandschap?
– De eerste is het einde van isolatie. Vandaag kunnen we ideeën uitwisselen, notities vergelijken en van elkaar leren. Er is natuurlijk meer concurrentie, maar het is stimulerend. Leveranciers nemen ons serieus, er zijn steeds meer beurzen gewijd aan Belgische wijnen en het publiek is nieuwsgieriger. Wat het klimaat betreft, heb ik maar twee slechte jaren gehad in twintig jaar. Als de opwarming van de aarde doorzet, zou dit bepaalde Belgische wijngaarden kunnen bevoordelen, hoewel dit een kwestie van wereldwijde bezorgdheid blijft.
Sebastien Roberty
– Je model geeft je ook een grote productieflexibiliteit. Hoe heb je het ontworpen?
– Vanaf het begin heb ik gekozen voor een lagere dichtheid dan sommige van mijn collega’s (ongeveer 4.200 wijnstokken per hectare, vergeleken met 10.000 elders). Hierdoor kan ik mijn productie elk jaar aanpassen aan de omstandigheden. Als het een goed wijnjaar is, kan ik goede stille wijnen produceren. Als het een moeilijker jaar is, maak ik mousserende wijnen. Deze flexibiliteit is essentieel om de kwaliteit te behouden en tegelijkertijd de grillen van het weer op te vangen.
– Hoe uitgebreid is jullie assortiment vandaag de dag?
– We produceren twee rode wijnen, twee witte en een rosé. De rode wijnen worden gevinifieerd in vaten en roestvrijstalen vaten, de witte volgen dezelfde logica en de rosé wordt gemaakt in roestvrij staal. We produceren ongeveer 20.000 tot 25.000 flessen stille wijn. Daarnaast worden er tussen de 30.000 en 40.000 flessen geproduceerd volgens de traditionele methode. Maar deze cijfers variëren van jaar tot jaar, afhankelijk van de kwaliteit van de druiven.
– Hoe zit het met de distributie?
– We geven de voorkeur aan rechtstreekse verkoop: in de wijnmakerij, via onze website, met afhaling ter plaatse of per post. We zijn ook aanwezig in bepaalde wijnwinkels en in de HoReCa-sector. Twintig jaar geleden was men huiverig voor Belgische wijn. Vandaag zijn er hele beurzen aan gewijd. En toch, in mijn eigen dorp weten sommige mensen nog steeds niet dat we hier wijn maken. Er is nog een lange weg te gaan.
Sebastien Roberty
– Wat zijn je plannen voor de toekomst van Domaine du Ry d’Argent?
– Ik wil onze selectie van percelen verder ontwikkelen, met preciezere vinificaties, langere rijping op latten, reservewijnen… Het doel is duidelijk: alles verkopen wat we produceren, maar zonder overdaad. Ik wil geen gasfabriek worden. Misschien twee of drie hectare extra aanplanten om volumes veilig te stellen in het geval van een moeilijk jaar. Ik heb ook een tweede bedrijf opgericht(BGP SRL, noot van de redacteur), dat waarde toevoegt aan druiven die minder edel worden geacht, door producten te maken voor supermarkten en exportmarkten. Dit stelt me in staat om eerlijke prijzen te handhaven voor mijn topcuvées.
– Hoe zit het met wijntoerisme?
– Het is een dimensie die ik wil versterken. Mensen naar het domein laten komen om onze faciliteiten, onze methodes en onze wijnen te ontdekken… Het is een krachtige manier om ons te profileren. En heel vaak vertrekken onze bezoekers met een paar flessen. Het is de beste manier om banden te smeden.
Wijngaard
Domaine du Ry d’Argent
Adres
Rue de la distillerie, 51
5081 Bovesse
Op internet
Advertentie
Advertentie